Living in the band is een uitdrukking die een beetje weergeeft hoe hecht muzikanten kunnen zijn in een band. Eenmaal elkaar gevonden in een band, ben je onlosmakelijk met elkaar verbonden. Net zoals met je familie. Of je elkaar mag of niet, je deelt toch een onlosmakelijke band. Zo moeilijk het is om een goed passende band bij elkaar te vinden, zo mogelijk is het nog moeilijker elkaar weer los te laten. De muzikanten waar je mee gespeeld hebt zijn onderdeel geworden van jouw erfenis, jouw muzikale bagage. Muziek maakt de spelers tot familie.
In 1994 leerde ik Henk kennen. Hij solliciteerde bij onze band in oprichting. Henk was, toen al, een ervaren en getalenteerd muzikant. Hij speelde gitaar, banjo en steelgitaar en was een bijzonder aardige man. De band is niet echt wat geworden, maar onze banden waren gesmeed. De liefde voor de bas en het buitenleven verbond ons. Door de jaren heen, zijn we elkaar soms uit het oog verloren, kwamen we elkaar weer tegen, hebben we bands opgericht en wisselden we onze muzikale avonturen met elkaar uit. We liepen zeker de deur niet plat bij elkaar, maar onvermijdelijk kwam ergens de wederzijdse vraag “Ik heb een nieuwe band, ook iets voor jou?” Uiteindelijk lag meestal de stijl net iets de andere kant op, of was de instrumentplaats al bezet door een ander. Maar de optie werd altijd even doorgenomen, en het contact telkens weer hernieuwd. We wisten wat we aan elkaar hadden.
Familie kies je niet, je krijgt ze bij geboorte mee. En er trouwt wat aan, maar zelden heb je daar zelf een stem in, uitgezonderd je eigen schoonfamilie. Een band kies je meestal volledig zelf uit, maar daarna zit je er toch evengoed aan vast. Je kunt natuurlijk (de wegen) scheiden, maar de zin ‘je bent er een van…’ is vanaf dat moment altijd van toepassing. Het is misschien ook enigszins vergelijkbaar met een baan waar je weggaat. De baan heeft je gevormd, ervaring gegeven, en de naam van de organisatie kleeft aan je vast. Toch vindt ik de vergelijking met familie treffender, want muziek is de taal van de ziel. Met elkaar muziek maken gaat dieper, dan enkel met elkaar samenwerken. En wanneer je muzikaal dezelfde taal spreekt, dan ontstaan er mooie momenten. Vastgelegd of niet, deze momenten blijven voor altijd bestaan.
Henk kon opgaan in de muziek. Hij was een man van weinig woorden en van veel noten. Maar beide waren altijd raak. De rust die hij uitstraalde, was uiterlijke schijn. Hij was enorm gedreven en speelde virtuoos op welk instrument hij maar in handen kreeg. Hij was een ware country-folk-bluegrass held. Zijn heengaan is allereerst een gemis voor zijn vriendin, familie en nabije vrienden, maar daarna zeker ook voor de Nederlandse bluegrass scene en zijn band. We herdenken Henk in zijn muziek en zullen hem missen als persoon. Fare thee well, Henk.
Henk Talen 01-10-1958 – +03-06-2018
Peter, dankjewel voor je aardige woorden! Ruim anderhalf jaar later missen we Henk nog steeds. Hij leeft voort in de muziek, maar ook in zijn kinderen en natuurlijk in mijn gedachtenis. Elk optreden van the OSC is een feest der herkenning, maar ook een melancholische herinnering aan een prachtig mens, die zijn levenskaars aan beide kanten had aangestoken.
Mooi stukje over “onze Henk”, we zijn een bandlid maar ook een goede vriend verloren. We herdenken hem ieder optreden met een nummer. Het is nog steeds onwerkelijk…..