Winter is een tijd van afsluiten. Terugblikken op roerige perioden die we hebben achtergelaten, en dromen over de nieuwe wereld, die in de lente weer zal ontwaken. Daartussen ligt rust; de winterslaap. Winterslaap is een periode van reiniging, bezinning en uitrusten. De seizoenen hebben ons keer op keer bewezen, dat elk eind het begin is van iets nieuws. Toch worden mensen soms erg onrustig van rust.

Muzikanten kennen het geheim van de rust. Rust is niet saai, rust creëert juist spanningsvelden, maakt ritmes swingend, of markeert een overgang naar iets nieuws. Niet de beat, maar juist de rust creëert de groove die mensen in beweging zet. Syncopen en overslaande ritmes prikkelen onze energievelden, zodat we uiteindelijk gaan bewegen; niet omdat het moet, maar omdat we dat willen. Moeten is op de tel, denk aan mars- en strijdliederen en roeiritmes. Willen is daarentegen tussen de tellen, daar waar het swingt.

Winterslaap is een staat van slow-motion; even stil staan in de tijd, zoals een meditatie die het hoofd weer leeg maakt en daarmee de energie weer vrijmaakt voor nieuwe dromen en doelen. En dat gaat nu eenmaal niet snel, maar Largo, zoals dat in muziektermen heet. Het helen van fysieke wonden heeft tijd nodig. Dit vinden we vaak niet leuk, maar nog wel logisch, omdat het zichtbaar is. Het herstel van de ziel kost ook tijd, maar is onzichtbaar, daarom zijn mensen sneller geneigd dit te negeren. We leven nu eenmaal in een haastige wereld en we moeten door.

Maar het is Yin en Yang: Zonder rust geen snelheid, zonder winterslaap geen ontwaken in de lente. Winterslaap, mediteren, vasten, cocoonen of uitslapen. De vorm is niet belangrijk, de rust zelf is wat herstelt en voedt. In muziekstukken leidt een generale rust vaak een nieuw deel van de compositie in. Ontwaken uit een winterslaap, of uit een meditatie, is fris in een nieuwe wereld stappen.

Sneeuwvlokken bestaan in oneindig veel vormen en mogelijkheden, en tegelijkertijd is sneeuw toch ook vereenvoudigend; verstillend en bedekkend. Terwijl buiten de sneeuw valt, trekken wij ons terug in onze winterslaap, waarin we dromen over nieuwe mogelijkheden, kansen en ontmoetingen. Nieuwe melodieën vormen zich in mijn hoofd, verre van concreet, maar nu al veelbelovend. Er zit geen druk op de ketel, want het is nog lang geen lente.